| 19650 |
tamme kanarie |
kanarie:
kanarie (Q111p Klimmen),
tamme kanarie:
taame kanarie (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt u de tamme kanarie? (kernollievogel, konijnevogel, pietje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
| 24799 |
tamme kastanje |
tamme kastanje:
taam kastanje (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt U: de tamme kastanjeboom [N 50 (1972)]
III-4-3
|
| 30644 |
tamponeerborstel |
tamponeerborstel:
tampǝnērbø̜štǝl (Q111p Klimmen),
tamponeerkwast:
tampǝnērkwas (Q111p Klimmen)
|
Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.]
II-9
|
| 30739 |
tamponeren |
tamponeren:
tɛmpǝnērǝ (Q111p Klimmen
[(alleen met behulp van een tamponeerborstel)]
),
toppen:
tupǝ (Q111p Klimmen)
|
Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b]
II-9
|
| 30615 |
tamponneerverf |
klaplak:
klaplak (Q111p Klimmen),
tamponneerverf:
tɛmpǝnēr[verf] (Q111p Klimmen)
|
Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24]
II-9
|
| 17760 |
tand |
tand:
tand (Q111p Klimmen),
tànt (Q111p Klimmen)
|
tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 32908 |
tand van de gaffel |
schank:
šāŋk (Q111p Klimmen)
|
De lange tanden van de hooigaffel. [N 18, 30 add.]
I-3
|
| 33777 |
tand, tanden |
tanden:
tɛŋ (Q111p Klimmen)
|
Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17]
I-9
|
| 17761 |
tanden |
tanden (mv.):
teng (Q111p Klimmen)
|
tanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 18731 |
tanden poetsen |
tanden poetsen:
poets ich mich de teng (Q111p Klimmen),
poets ich mien teng (Q111p Klimmen)
|
Elke avond poets ik mijn tanden. [DC 64 (1989)]
III-1-3
|