e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verse koe verskalvige: vīǝškɛjvegǝ (Klimmen) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versierde schouderdoek hul: höl (Klimmen, ... ), zijden plag: ne zĭejje plak (Klimmen, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
versieren (met bloemen) sieren: bronk siere (Klimmen), de brònk sere (Klimmen) Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] III-3-2
versiersel sieraad: seraod (Klimmen), smuk (<du.): sjmŏĕk (Klimmen) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
versleten afgedragen: aafgedrage (Klimmen), versleten: versjlieëte (Klimmen), versjliëte (Klimmen) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] III-1-3
versnijden versnijden: vǝršnijǝ (Klimmen) Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a] II-9
verspreid gras sprei: špręi̯ (Klimmen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstand verstand: ⁄t versjtand (Klimmen) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] III-1-4
verstandig verstandig: versjtendig (Klimmen, ... ) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies baktand: bàktànt (Klimmen), oogtand: augtant (Klimmen), verstandskies: verštàndskees (Klimmen) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1