e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veulen veulen: vȳǝlǝ (Klimmen) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
viaticum communie (<lat.): ze höbbe n`m de kemune brach (Klimmen), heilige communie (<lat.): de hellige commuie (Klimmen) De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)] III-3-3
vier uitersten vier uitersten: de vier utesjte (Klimmen), te weite: der doëd, aordeil, der hiëmel en de hel  de veer utesjte (Klimmen) De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)] III-3-3
vierde deel van een stuk boomstam scheer: šīǝr (Klimmen) Zie de toelichting bij het lemma ɛklievenɛ.' [N E, 9] II-12
vieren vieren: chəvi:rt (Klimmen), viere (Klimmen) gevierd [RND] || Vieren. III-3-2
vierkante vijl vierkantige vijl: vērkɛntegǝ vīl (Klimmen) Stalen vijl waarvan het blad vierkant van doorsnede is en vanaf het midden naar het uiteinde iets spits toeloopt. De vierkante vijl dient voor het vijlen van vierkante gaten, hoeken, etc. Zie ook afb. 103. [N 33, 91; N 33, 93] II-11
vierkante voegspijker voegbeitel: vōx˱bęjtǝl (Klimmen) Voegspijker waarvan het blad een vierkante doorsnede heeft. In Q 100 en Q 101 werd de vierkante voegspijker gebruikt om natuursteen te voegen, in L 382 om terugliggend voegwerk te maken. In Q 121 noemde men voegwerk dat met behulp van dit werktuig was gemaakt: 'viereckewerk' ('vēr`'kwęrǝk'). In Q 99* was dit type voegspijker zeldzaam en het had daarom ook geen specifieke naam. In Q 202 was de vierkante voegspijker onbekend, wel kende men daar een 'driehoekig ijzer' ('drējhukex˱ īzǝr'). [N 32, 33c; monogr.] II-9
viertel, maat van 7,5 l. viertel: 1 vingerhood = ± 0,01 lieter 1 mäötje = ± 0,10 lieter 1 sjöpke = ± 0,25 lieter 1 pint = ± 0,60 lieter 1 beksjke = ± 1/4 pint 1 hèjfke = ± 1/2 kan 1 kan = ± 1,40 lieter 1 anker = ± 30 kan 1 aam = ± 4 anker 1 iëker = ± 8 kan sjtök = oude wijnmaat van ? vaan = oude biermaat van ? tien = oude kolenmaat van 1/2 hectoliter of 2 kuipen okshoof = oude wijnmaat van ? Alle vorengenoemde maten en gewichten zijn in onbruik. De woorden zijn alleen nog bij ouderen bekend.  viertel (Klimmen) de maat die een inhoud aangeeft van ± 7,5 liter = 1/20 aam (± 150-160 liter) [viertel] [N 91 (1982)] III-4-4
vieruursboterham koffie, de -: der kòffie (Klimmen), d’r kóffie (Klimmen), koffiedrinken, het -: kəffedrinkə (Klimmen), ’t kòffiedrinke (Klimmen), koffiestijd: der kòffiestīēd (Klimmen), koffestied (Klimmen), vierurenskoffie, de -: veer-ōēres-koffie (Klimmen) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vigilie vigilie (<lat.): vigilie (Klimmen, ... ) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3