25204 |
warm weerx |
warm (weer):
werm (Q111p Klimmen),
werm waer (Q111p Klimmen),
werrem (Q111p Klimmen),
wèrrem (Q111p Klimmen)
|
warm [DC 44 (1969)], [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19717 |
was |
was:
wĕsj (Q111p Klimmen)
|
wasch [SGV (1914)]
III-2-1
|
30618 |
wasbeits |
wasbeits:
was˱bęjts (Q111p Klimmen)
|
Beits waaraan was is toegevoegd. [N 67, 25b]
II-9
|
19714 |
wasbord |
wasbred:
wesjbraet (Q111p Klimmen),
wèsjbraed (Q111p Klimmen)
|
de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
23597 |
wasdraad |
spintlicht:
`t sjpintleech (Q111p Klimmen),
sjpintleech (Q111p Klimmen)
|
De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19658 |
wasgoed |
was:
pasgewesche en gedraogde wesch (Q111p Klimmen),
wesj (Q111p Klimmen),
wèsj (Q111p Klimmen),
\"ich hub de wèsj oet\"(= klaor).
wèsj (Q111p Klimmen)
|
Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] || wasgoed [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
32348 |
waskuip |
wastijn:
wɛštin (Q111p Klimmen)
|
Houten kuip waarin men wasgoed wast. [N E, L; L 17, 18a; S 19; monogr.]
II-12
|
25487 |
waslokaal |
badlokaal:
badlokaal (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Emma]),
washok:
wɛšhǫk (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
waskouw:
wɛškǫw (Q111p Klimmen [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71]
II-5
|
32545 |
wasmand |
wasmandel:
wɛšmaŋǝl (Q111p Klimmen)
|
In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.]
II-12
|
27125 |
wasserij |
wasserij:
wɛšǝri (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.]
II-5
|