19616 |
waterpot |
putbaar:
voor het bewaren van drinkwater
pöttbaar (Q111p Klimmen)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30686 |
waterproof-schuurpapier |
waterproof-schuurpapier:
wātǝrpruf-šūrpǝpīr (Q111p Klimmen),
wātǝrprōf-šūrpapīr (Q111p Klimmen)
|
Zeer fijn schuurpapier dat vóór gebruik met water wordt bevochtigd. Het werken met waterproof-schuurpapier geeft een zeer glad resultaat. [N 67, 60b]
II-9
|
33631 |
waterput |
put:
pøt (Q111p Klimmen),
pøͅt (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
[N 12 (1961)] [RND 08] [SGV (1914)]
I-7
|
33093 |
waterring van de mijt |
waterring:
wātǝrreŋk (Q111p Klimmen)
|
Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
24275 |
watersnip |
watersnep:
watersjnep (Q111p Klimmen)
|
watersnip (27 lange recht bek; vliegt plotseling op van de waterkant; zigzagvliegend; houdt hoge stijg- en daalvluchten en maakt daarbij mekkerend geluid; jachtvogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24398 |
waterspin |
waterspin:
vrij naar het WLD
watersjpin (Q111p Klimmen)
|
waterspin [N 26 (1964)]
III-4-2
|
29681 |
waterstenen |
waterstenen:
wātǝrštęjn (Q111p Klimmen)
|
Stenen uit vormen die niet met zand bestrooid waren, maar alleen nat gemaakt werden. [N 98, 162; monogr.]
II-8
|
27695 |
watertoren |
watertoren:
wātǝrtōrǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Emma, Maurits]),
wātǝrtǭrǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
[N 95, 20]
II-5
|
30731 |
watervast |
watervast:
wātǝrvas (Q111p Klimmen),
weervast:
wē̜rvas (Q111p Klimmen)
|
Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b]
II-9
|
30613 |
waterverf |
waterverf:
wātǝr[verf] (Q111p Klimmen)
|
Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.]
II-9
|