e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7824
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwik van de wagen zwik: žwik (Klimmen) De dwarsbalk die de vorkhouten onder de bak van de langwagen met elkaar verbindt. [N 17, 42 + 44d; N G, 70f; JG 1b; monogr] I-13
zwoegen poejakken: poeejakke (Klimmen), slaven: sjlave (Klimmen), zich schinden (< du.): zich sjinne (Klimmen) hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] III-1-4
zwoord zwaard: zjwaa:sj (Klimmen), zjwaasj (Klimmen), zjwaats (Klimmen), zwa:rs (Klimmen), mv. zjwaadze  zjwaats (Klimmen), Syst. WBD  zjwaasj (Klimmen) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] || zwoord (spek~) [SGV (1914)] III-2-3
één frank frank: enne frang (Klimmen) 1 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1