21250 |
brief |
brief:
bre:f (Q111p Klimmen),
breef (Q111p Klimmen)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
briefkaart:
breefkaart (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
brullen:
brø̜lǝ (Q111p Klimmen),
spruisen:
šprūsǝ (Q111p Klimmen)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
34651 |
brik |
brak:
brak (Q111p Klimmen),
brik:
brek (Q111p Klimmen)
|
Vierwielig hoog rijtuig waar men van achteren in gaat en waarin de banken tegen de zijwanden van de bak geplaatst zijn. De koetsier heeft een aparte bok. Dit type rijtuig werd vaak door deftige heren gebruikt om op jacht te gaan. [N 17, 5; N 101, 11; N G, 51; monogr]
I-13
|
19419 |
briket |
briket:
uit steenkool of bruinkool
brekèt (Q111p Klimmen)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
27723 |
brikettenfabriek |
briketfabriek:
brikɛtfabrik (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
[Laura, Julia]),
briketterij:
brikɛtǝri (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia]),
kluithuis:
klytǝs (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia])
|
De fabriek waar eierkolen en blokbriketten gemaakt werden. Op de Domaniale mijn werden alleen eierkolen gefabriceerd. Voordat er briketfabrieken waren, werden hoofdzakelijk stukkolen verkocht voor huisbrand, aldus de informant van Q 113. Deze stukkolen werden voor het stoken in kleine stukken geslagen, waardoor ook een vergruizing optrad. Het ontstane gruis werd gemengd met natte leem als bindmiddel. Hiervan werden dan klonten, klytǝ, gemaakt en na droging gestookt. [N 95, 16; monogr.; N 95A1, add.]
II-5
|
27724 |
brikettenpers |
brikettenpers:
brikɛtǝpę̄š (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
eierbrikettenpers:
ęjǝrbrikɛtǝpę̄š (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
De briketten- of eierkolenfabriek produceert industriebriketten en eierkolen. In de met oververhitte stoom verwarmde mengketels vindt versmelting van pek en magere fijnkool plaats, waarna het deegachtige mengsel naar de persen vloeit waar het in de gewenste vorm wordt samengeperst. [N 95, 112]
II-5
|
34600 |
bril |
brilplank:
brelplaŋk (Q111p Klimmen),
trulbred:
trø̜lbrɛ̄t (Q111p Klimmen),
trulplank:
trø̜lplaŋk (Q111p Klimmen)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|
19245 |
broeden |
broeden:
brujje (Q111p Klimmen),
uitbroeden:
oetbrujje (Q111p Klimmen)
|
Hoe heet verder: broeden? [N 93 (1983)] || ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-2
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brøi̯ǝ (Q111p Klimmen),
brø̜i̯ǝ (Q111p Klimmen)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|