e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7824

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarde, grond aarde: êrd (Klimmen) aarde (grond) [SGV (1914)] III-4-4
aarden aarden: aarde (Klimmen), gewennen: gewenne (Klimmen) zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)] III-1-4
aarden pot aarden duppen: ē̜rdǝ dø̜pǝ (Klimmen) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardewerk aardegoed: aerdegood (Klimmen) aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)] III-2-1
aardmannetje (kabouter) alvermannetje: havermenneke (Klimmen) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aars aarslok: aasjlaok (Klimmen, ... ), kont: kǫnt (Klimmen), lok: laok (Klimmen), look (Klimmen), stinkerd: sjtinkert (Klimmen), vot: vǫt (Klimmen), votlok: votlaok (Klimmen, ... ) [JG 1a, 1b; N 8, 13, 32.9 en 35]aars, darmuitgang [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] I-9, III-1-1
aarsspleet gangerd: gengert (Klimmen), gèngert (Klimmen), reet: rîêt (Klimmen) aarsspleet tussen de billen [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
aartsbisschop aartsbisschop: `ne aartsbössjep (Klimmen), eine aerdsbusschep (Klimmen), enne aartsbössjep (Klimmen) Een aartsbisschop [ärtsbiskop]. [N 96D (1989)] III-3-3
aartsengel aartsengel: `nen aartsingel (Klimmen), eine eerdsingel (Klimmen), enne aartsingel (Klimmen) Een aartsengel (zoals Gabriël, Michaël, Rafaël). [N 96D (1989)] III-3-3
aas in het kaartspel aas: roeten-oas (Klimmen) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2