30713 |
buitenwerk |
buitenwerk:
būtǝwęrǝk (Q111p Klimmen)
|
Schilderwerk buitenshuis. [N 67, 67b]
II-9
|
18523 |
buitenzak op een jas |
buitentas:
boetetesj (Q111p Klimmen),
jassentas:
jassetaesj (Q111p Klimmen),
zijtas:
ziej-tesj (Q111p Klimmen)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24135 |
buizerd |
valk:
valk (Q111p Klimmen),
sic
valk (Q111p Klimmen)
|
buizerd || buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
25220 |
bulderen van de storm |
bulderen:
böldere (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
hommelen:
hommele (Q111p Klimmen),
roebelen:
rŏebele (Q111p Klimmen),
rommelen:
rommele (Q111p Klimmen)
|
bulderen, van de wind || een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
30087 |
bult |
buik:
būk (Q111p Klimmen),
bult:
bø̜lt (Q111p Klimmen),
pokkel:
pukǝl (Q111p Klimmen)
|
Naar voren komend gedeelte van het metselwerk van een muur. Bulten in een muur kunnen ontstaan door onnauwkeurig metselwerk. Ook door ouderdom of verzwakking van het metselwerk kunnen muren uitzetten en zo bulten ontwikkelen. [N 31, 47b]
II-9
|
30483 |
bundel dekriet |
bussel riet:
bø̜sǝl rēt (Q111p Klimmen)
|
[N F, 3; div.]
II-9
|
21118 |
bundel groenten |
bussel:
#NAME?
bössel (Q111p Klimmen),
Veldeke
bössel (Q111p Klimmen),
busseltje:
Veldeke dim.
bösselke (Q111p Klimmen)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33102 |
bundel zangen |
bussel:
bø̜sǝl (Q111p Klimmen)
|
Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.]
I-4
|
25058 |
bundel, bussel |
boel:
buul (Q111p Klimmen),
pak:
pak (Q111p Klimmen),
pongel:
pungel (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
bundel [SGV (1914)]
III-4-4
|
25251 |
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) |
bunder:
4 morgens
boender (Q111p Klimmen),
hectare:
hektaar (Q111p Klimmen),
⁄n hektaar (Q111p Klimmen)
|
bunder [SGV (1914)] || de maat die een oppervlakte aangeeft van 10.000 vierkante meter [bunder, hond, hectare] [N 91 (1982)]
III-4-4
|