22324 |
kiskassen |
scheren:
scheren (K359p Koersel)
|
Hoe heet: met een plat steentje over het water werpen zodat het weer opspringt? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
25563 |
klaar om gebakken te worden |
gereed:
gǝret (K359p Koersel)
|
Klaar om gebakken te worden, gezegd van gerezen deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28a]
II-1
|
17957 |
klauteren |
klefferen:
klefferen (K359p Koersel)
|
Op een boom klauteren [ZND 27 (1938)]
III-1-2
|
33256 |
klaver, algemeen |
klaver:
klā.vǝrǝ (K359p Koersel),
klēǝ.vǝrǝ (K359p Koersel)
|
De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.]
I-5
|
19677 |
kleerkast |
kleerschap:
klīrsxap (K359p Koersel)
|
kleerkast [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
33746 |
klein paard |
ardenner:
ardɛnǝr (K359p Koersel),
poney:
po`nē (K359p Koersel),
pony, poney:
ponę (K359p Koersel),
tweehandig paard:
twihandǝx pēǝt (K359p Koersel)
|
Bedoeld is een paard dat lichter is dan een gewoon boerenpaard en dat men in de koets kan spannen. Een pony is lichter dan een bidet, die op zijn beurt niet zo zwaar als een ardenner is (P 49). Een dubbele pony is zwaarder dan een (enkele) pony of bidet (L 424). Een bidet, iets groter dan een pony, dient veelal als loop- en koetspaard (P 192, Q 168, 242). Een hit - waarbij eveneens een onderscheid tussen enkele en dubbele hit wordt gemaakt - kan vergeleken worden met een pony of bidet. Een ardenner is kort, dik en gedrongen (P 46), groter dan een pony maar kleiner dan een gewoon paard. Uit de antwoorden blijkt een sterke wisseling van de accentuering in pony en bidet. Pony met initiaal accent is aan het Nederlands, met finaal acent aan het Franse poney ontleend. De beginaccentuering in bidet gaat op een autonome ontwikkeling in de dialecten terug. Buiten de genoemde termen komen er nog een vrij groot aantal andere voor. Zie afbeelding 1. [JG la, lb, lc, 2c; N 8, 62a, 62b, 62c en 62d; A 4, 3; L 20, 3]
I-9
|
17543 |
klein van gestalte |
klein van was:
heͅ eͅs klēͅn van was (K359p Koersel),
klēͅn van was zeͅn (K359p Koersel)
|
klein van gestalte [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20723 |
kleine hoeveelheid eten |
kruimeltje:
Syst. Frings
krø̄məlkə (K359p Koersel)
|
Welk woord kent u voor een zeer kleine hoeveelheid eten (een brusselke, een kriemelke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22493 |
kleine knikker: glazen knikker |
glazen scheut:
glazen scheut (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17756 |
kleine neus |
klein neusje:
klei neuske (K359p Koersel),
klein snuitje:
Trefwd. snuitje (*snuitsje), nl. in snuit-gebied, vgl. lm. SNUIT !!
klei sneutche (K359p Koersel),
stompneusje:
stompnuske (K359p Koersel),
wipneus:
wipneus (K359p Koersel)
|
een klein neusje [ZND 39 (1942)]
III-1-1
|