e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leven leven: znd 34, 82a;  lèven (Koersel) leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)] III-2-2
leven (zn) leven: lève (Koersel), lèven (Koersel) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
lever lever: lejəvər (Koersel), leͅjəvər (Koersel) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverpastei leverpat: lēəvərpátē (Koersel) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: leverworst (Koersel), lē.vərwoͅrst (Koersel) leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
libel en waterjuffer tenensnijder: tienensnijer (Koersel) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal liberaal: het es ne liberaùl (Koersel) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lijf: lèf (Koersel), tlēͅf (Koersel, ... ) het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht fors: foͅrs (Koersel, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lid van een vereniging lid: een lid van een verineging (Koersel) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1