17831 |
plukken |
plukken:
pløkə (K359p Koersel)
|
plukken [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
20762 |
poffertje |
poffertje:
Syst. Frings
pøfərkə (K359p Koersel)
|
Poffertje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19418 |
poken |
keuteren:
keutere (K359p Koersel),
keuteren (K359p Koersel, ...
K359p Koersel),
keutərə (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
in de kachel poken [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|
21569 |
politie |
gendarmen (<fr.):
de zjanderme hemmen m gepakt (K359p Koersel),
politie (< lat.):
de pollitie hit h’m aongehōn (K359p Koersel)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21437 |
politieagent |
gendarme (fr.):
ne genderm (K359p Koersel, ...
K359p Koersel),
police (fr.):
ne police (K359p Koersel),
pəlis. (K359p Koersel)
|
Hoe heet << een politieagent >> ? [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
17657 |
pols |
pols:
poͅls (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
pols [N 10b (1961)]
III-1-1
|
18292 |
polsmof |
mof:
moffen (K359p Koersel)
|
een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
pommelee:
pomǝ`lē (K359p Koersel)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
19957 |
poort |
poort:
pōrt (K359p Koersel)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
puǝt (K359p Koersel
[(mv putjǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|