24349 |
runderhorzellarve |
made:
mōͅj (K359p Koersel)
|
worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)]
III-4-2
|
34022 |
rundvee |
beesten:
bistǝ (K359p Koersel)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
20666 |
rundvleessoep |
vleessoep:
Syst. Frings
vlīssoͅp (K359p Koersel)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17832 |
rusten |
rusten:
Røstən (K359p Koersel)
|
rusten [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
29731 |
ruwe stenen |
zonbakkers:
zǫnbɛkǝrs (K359p Koersel)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|
21081 |
sabbelen |
sabberen:
zabərə (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
processiezondag:
t`es processiej zondag (K359p Koersel),
sacramentsprocessie (<lat.):
sacramensprocessie (K359p Koersel),
sacramentsprocessie (K359p Koersel)
|
Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
21571 |
salueren |
salueren (<fr.):
de soldaoten motten saluweeren (K359p Koersel)
|
De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21332 |
samenspannen |
<omschr.> met tween tegen al de anderen:
met tweëen tegen al d anner (K359p Koersel)
|
Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)]
III-3-1
|
21028 |
saus |
saus:
sòws (K359p Koersel)
|
saus [RND]
III-2-3
|