e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
singel voor de paardedeken singel: seŋǝl (Koersel) Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92] I-10
sint-bavo bamis: bamis (Koersel, ... ) Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)] III-3-2
sint-pieter te rome sinte-pieter: sinte pieter (Koersel, ... ), sintə-pietər (Koersel) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintel asse: euvergebleven assche (Koersel) Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] III-2-1
sjalot sjarlot: šərloͅtə (Koersel) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sjoelen sjoelen: sjoelen (Koersel) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
sla, algemeen salade: slōͅt (Koersel) [Goossens 1b (1960)] I-7
slaan slaan: bloa geslagen (Koersel), half kepot geslagen (Koersel), hillegans bloat geslage (Koersel), zwart en blao geslagə (Koersel), zwart ɛm blō gəslān (Koersel) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
slaap slaap: slōͅəp (Koersel, ... ) slaap [N 10b (1961)] III-1-1
slachten slachten: sláxtǝ (Koersel) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1