25650 |
speculaasplank |
speculatievorm:
spēkylǭzǝvørm (K359p Koersel)
|
De houten koekvorm waarin het deeg voor speculaas wordt gedrukt. [N 29, 90; monogr;]
II-1
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
rochelen:
roͅchələ (K359p Koersel),
spuwen:
spowə (K359p Koersel),
tuffen:
tøfə (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
(speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
ən kò:rt (K359p Koersel),
speelkaart:
speelkaart (K359p Koersel)
|
Een kaart. [ZND A1 (1940sq)] || Elk van de kaarten van het kaartspel, speelkaart [flep, flik]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dē.m (K359p Koersel)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (K359p Koersel, ...
K359p Koersel)
|
spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20702 |
spekpannenkoek |
spekkoek:
spekkoek (K359p Koersel),
met een stuk spek bij gebakken
spekkoek (K359p Koersel)
|
pannenkoek [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
28884 |
speldenkussen |
speldenkussen:
spɛlǝkȳsǝn (K359p Koersel)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
22327 |
spelletje |
spelletje:
spelleke (K359p Koersel),
spelletje (K359p Koersel)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
spenen:
spenen (K359p Koersel),
van de tet afdoen:
van ǝ tɛt ā.f˱du (K359p Koersel)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] || Hoe heet verder: het apart zetten, spenen van de jongen? [N 93 (1983)]
I-9, III-3-2
|
26360 |
spie |
spie/spij:
spęi̯ (K359p Koersel)
|
De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2]
I-3
|