e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drogen, droog worden (van gemaaid gras) versterven: vǝrstęr(ǝ)rvǝ (Koersel) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droog weer droog: drūūch (Koersel) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: drȳǝxstøn (Koersel) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: druugte (Koersel) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogzolder bloemzolder: bloemzolder (Koersel) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
druiventros druiventros: drauventros (Koersel, ... ), tros druiven: tros drauven (Koersel) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druk heen en weer lopen ijverig rondlopen: ivərex reͅntlupən (Koersel), īvərex roͅntlupn (Koersel) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druppel drup: drəp (Koersel, ... ), druppel: druppel (Koersel, ... ), drøͅpəl (Koersel) druppel (drop) [ZND A1 (1940sq)] || druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: drəppən (Koersel, ... ), lopen: loepen (Koersel, ... ) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Koersel) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3