| 33963 |
dubbele lijn |
dobbel kordeel:
dǫbǝl kǝrdiǝl (K359p Koersel)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
| 29953 |
dubbele pik |
pioche:
pioš (K359p Koersel)
|
Houwwerktuig met korte steel en twee in een punt uitlopende armen. Zie ook afb. 14b. [N 30, 19b; monogr.]
II-9
|
| 22021 |
duif (alg.) |
duif:
doͅyf (K359p Koersel),
ən doͅyf (K359p Koersel),
Pl. [dòu.ven]
dòuf (K359p Koersel)
|
Duif. [Goossens 1b (1960)] || Een duif. [ZND A2 (1940sq)] || Een tortelduif. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
| 21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
gespikkelde, een -:
ne gespikkelde (K359p Koersel),
mulder:
ne molder (K359p Koersel)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21924 |
duif die kort van bouw is |
korte, een -:
ne korte (K359p Koersel)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: kort van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21925 |
duif die lang van bouw is |
lange, een -:
ne lange (K359p Koersel)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: lang van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21923 |
duif die licht van bouw is |
belletje:
een belleke (K359p Koersel),
fijne, een -:
ne fijne (K359p Koersel)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: licht van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22009 |
duif die net buiten de prijzen valt |
overduif:
de euverduif (K359p Koersel)
|
de eerste duif die net buiten de prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21982 |
duif die normaal op korteafstandsvluchten vliegt |
vitesseduif:
vitesduif (K359p Koersel)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op korte afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21981 |
duif die normaal op langeafstandsvluchten vliegt |
fondduif:
fondduif (K359p Koersel)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op lange afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|