e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koersel

Overzicht

Gevonden: 2642
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geluk geluk: geluk (Koersel), ə gəløk (Koersel) een geluk [ZND A1 (1940sq)] || Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemak (Koersel) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelijk (Koersel), ook materiaal znd 23, 77 boven de y een verkortingsteken  gemykkelijk (Koersel) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemaskerd persoon vastenavondgek: vastenavondgek (Koersel), vastenavondsgek: vastenavondsgek (Koersel) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] || Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] III-3-2
gemeen gemeen: gəmin (Koersel), ook materiaal znd 23, 79  gemijn (Koersel), gemèën (Koersel) gemeen [ZND A2 (1940sq)] || gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gemente (Koersel, ... ) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gementehuis (Koersel, ... ) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeenteweide gemeentewei: gǝmęntǝwē̜ (Koersel) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
genezen genezen: gəneͅizə (Koersel), gəneͅəsə (Koersel) genezen [ZND m] || genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed winning: weneŋ (Koersel) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6