e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L432a plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kandelaar op het altaar kaarsenluchter: kertseluchters (Koningsbosch) De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)] III-3-3
kans kans: kans (Koningsbosch) kans: Als hij - ziet zal hij proberen je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4
kanunnik kanunnik (<lat.): kanunnik (Koningsbosch) Een wereldlijke R.K. geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel van een kathedrale kerk, kanunnik. [N 96D (1989)] III-3-3
kap van het rijtuig kap: kap (Koningsbosch) Kap van het rijtuig. Deze kap kan bij de meeste rijtuigen opengeklapt worden. [N 101, 15] I-13
kapelaan kapelaan: kapeloan (Koningsbosch) Een kapelaan [ôngerpastoeër]. [N 96D (1989)] III-3-3
kapelletje kapelletje: kapelke (Koningsbosch) Een bedehuisje langs de weg of in het veld, gebouwd uit devotie voor een heilige of uit dankbaarheid voor verkregen gunsten [kapel, kapelleke, kapelke, kapelsje, heiligenhuisje, keske(=kastje)?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kapucijn kapucijn: kappesijn (Koningsbosch) Een Capucijn [Kappesijn, bedelmonnik]. [N 96D (1989)] III-3-3
kar kar: kar (Koningsbosch) Algemene benaming voor een voertuig met twee wielen (in Haspengouw mogelijk ook drie wielen, maar die zijn zeldzaam) met een lamoen waarin een paard gespannen wordt. Meestal wordt het gebruikt om lasten van enige omvang te vervoeren. Vroeger had de kar over het algemeen houten wielen, maar in de jaren na de tweede wereldoorlog werden die geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. [N 17, add; A 2, 55; Wi 14; Gi, 15; S 17; L 1a-m; L 27, 28; R 12, 23; RND, 74; JG 1b; N 17, 4; monogr.] I-13
kardinaal kardinaal (<fr.): kardinaal (Koningsbosch) Een kardinaal. [N 96D (1989)] III-3-3
karnemelk botermelk: botǝrmelk (Koningsbosch) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11