e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L432a plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerk kerk: kirk (Koningsbosch) De kerk, het kerkgebouw [kèrk, krèk, kirk, kirch]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkbank bank: bank (Koningsbosch) Één zon bank. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkbanken banken: benk (Koningsbosch) De banken in de kerk, de kerkbanken meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkboek kerkboek: kirkbook (Koningsbosch) Een kerkboek met godvruchtige gebeden en overwegingen, bestemd voor de gelovigen [gebèèjeboek]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkdeur kerkdeur: kirkduuer (Koningsbosch) De grote deur, de hoofdingang van de kerk [lijkdeur, kerkdeur, kirchduër]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkgang kerkgang: kirkgank (Koningsbosch) De eerste gang naar de kerk die de moeder deed na de bevalling, kerkgang [kèrkegank, kirchejank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkgezang liedje: leedje (Koningsbosch) Een gezang, zang [jezank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkhof kerkhof: kirkef (Koningsbosch) De begraafplaats rondom bij de kerk [de/het kerkhof,-hoof,kirkef?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkklok klok: klok (Koningsbosch) Een klok, luiklok [bimmel, bom?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkklokken klokken: klokke (Koningsbosch) De klokken meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3