e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L432a plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruiswegstatie statie: statie (Koningsbosch, ... ) Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] || Één statie van de kruisweg. [N 96B (1989)] III-3-3
kudde volwassen varkens troep: trūp (Koningsbosch) In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
kuifleeuwerik akkermannetje: akkermänkə (Koningsbosch) Hoe heet de kuifleeuwerik? [DC 06 (1938)] III-4-1
kuiken kuiken: kȳkǝ (Koningsbosch) Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.] I-12
kuis, ingetogen rein: reen (Koningsbosch) kuis, zuiver [N 96D (1989)] III-2-2
kuit brade: Ouderen.  broa (Koningsbosch), kuit: Jongeren.  kūt (Koningsbosch) kuit (wade) [DC 01 (1931)] III-1-1
kussensloop kustijk: kusteek (Koningsbosch) Hoe noemt u de overtrek van een hoofdkussen? (kussensloop, kussensloof, kussenzak, fluwijn) [N 104 (2000)] III-2-1
kwaal kwaal: kwaol (Koningsbosch) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwezel kwezel: kwiëzel (Koningsbosch) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kwiëzelegtig (Koningsbosch) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3