e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningsbosch

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorhoofd ster: štiər (Koningsbosch) voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
voornemen om niet meer te zondigen voornemen: vuurnöme (Koningsbosch) Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorschoot scholk: sxolk (Koningsbosch) Volgens de informant van L 383 is de voorschoot blauw en volgens die van L 377 wit van kleur. [N 29, 102c; N 29, 102a; N 29, 102e; N 29, 102f; monogr.] II-1
voorweeg achterkant: axtǝrkanjtj (Koningsbosch) De zijde van de molenkast waar zich trap en ingang bevinden. Zie ook afb. 22. [N O, 45a; A 42A, 97; Sche 16] II-3
voorzanger voorzanger: vuurzenger (Koningsbosch) Een voorzanger [veurzenger,-zinger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vormbewijs vormbriefje: vormbreefke (Koningsbosch) Het bewijs dat men gevormd is, vormbriefje [firmbrifje]. [N 96D (1989)] III-3-3
vormeling vormeling: vörmeling (Koningsbosch) Een vormeling. [N 96D (1989)] III-3-3
vormen vormsel geven: förmsel gève (Koningsbosch) Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)] III-3-3
vormsel vormsel: förmsel (Koningsbosch) Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)] III-3-3
vos vos: vos (Koningsbosch) vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)] III-4-2