17747 |
voorhoofd |
ster:
štiər (L432a Koningsbosch)
|
voorhoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
23989 |
voornemen om niet meer te zondigen |
voornemen:
vuurnöme (L432a Koningsbosch)
|
Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25471 |
voorschoot |
scholk:
sxolk (L432a Koningsbosch)
|
Volgens de informant van L 383 is de voorschoot blauw en volgens die van L 377 wit van kleur. [N 29, 102c; N 29, 102a; N 29, 102e; N 29, 102f; monogr.]
II-1
|
26005 |
voorweeg |
achterkant:
axtǝrkanjtj (L432a Koningsbosch)
|
De zijde van de molenkast waar zich trap en ingang bevinden. Zie ook afb. 22. [N O, 45a; A 42A, 97; Sche 16]
II-3
|
23566 |
voorzanger |
voorzanger:
vuurzenger (L432a Koningsbosch)
|
Een voorzanger [veurzenger,-zinger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24033 |
vormbewijs |
vormbriefje:
vormbreefke (L432a Koningsbosch)
|
Het bewijs dat men gevormd is, vormbriefje [firmbrifje]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24032 |
vormeling |
vormeling:
vörmeling (L432a Koningsbosch)
|
Een vormeling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24031 |
vormen |
vormsel geven:
förmsel gève (L432a Koningsbosch)
|
Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23343 |
vormsel |
vormsel:
förmsel (L432a Koningsbosch)
|
Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24397 |
vos |
vos:
vos (L432a Koningsbosch)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|