e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesloten kapelletje? kapelletje: kapelke (Koningsbosch) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Koningsbosch) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gestichte mis gestichte mis: gesjichde mès (Koningsbosch) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getuige tuige: tuuch (Koningsbosch) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] III-2-2
gevallen engelen gevallen engelen: de gevalle ingele (Koningsbosch) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevormd worden gevormd worden: gevörmd wäre (Koningsbosch) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewelf gewelf: gewulf (Koningsbosch) Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
gewelfschildering muurschildering: moersjildering (Koningsbosch) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: gewìète (Koningsbosch) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3
gewicht verliezen uitbakken: ūtbakǝ (Koningsbosch) Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ¬± 10% in. [N 29, 48] II-1