23413 |
kruiswegstatie |
statie:
statie (L432a Koningsbosch, ...
L432a Koningsbosch)
|
Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] || Één statie van de kruisweg. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34299 |
kudde volwassen varkens |
troep:
trūp (L432a Koningsbosch)
|
In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.]
I-12
|
24199 |
kuifleeuwerik |
akkermannetje:
akkermänkə (L432a Koningsbosch)
|
Hoe heet de kuifleeuwerik? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
34475 |
kuiken |
kuiken:
kȳkǝ (L432a Koningsbosch)
|
Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.]
I-12
|
20463 |
kuis, ingetogen |
rein:
reen (L432a Koningsbosch)
|
kuis, zuiver [N 96D (1989)]
III-2-2
|
17773 |
kuit |
brade:
Ouderen.
broa (L432a Koningsbosch),
kuit:
Jongeren.
kūt (L432a Koningsbosch)
|
kuit (wade) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19632 |
kussensloop |
kustijk:
kusteek (L432a Koningsbosch)
|
Hoe noemt u de overtrek van een hoofdkussen? (kussensloop, kussensloof, kussenzak, fluwijn) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (L432a Koningsbosch)
|
kwaal [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
19105 |
kwezel |
kwezel:
kwiëzel (L432a Koningsbosch)
|
Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23736 |
kwezelachtig |
kwezelachtig:
kwiëzelegtig (L432a Koningsbosch)
|
Kwezelachtig. [N 96B (1989)]
III-3-3
|