e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningsbosch

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pols pols: pòls (Koningsbosch) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
poort poort: pǭrt (Koningsbosch) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
predikant predikant (<lat.): predikant (Koningsbosch) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek preek: prèèk (Koningsbosch) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel preekstoel: prēͅksjtōl (Koningsbosch) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
preken preken: prèèke (Koningsbosch) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
priester priester: preester (Koningsbosch) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3
priester gewijd worden priester gewijd worden: preester gewied wäre (Koningsbosch) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest priesterfeest: preesterfäst (Koningsbosch) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koeer (Koningsbosch) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3