17657 |
pols |
pols:
pòls (L432a Koningsbosch)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭrt (L432a Koningsbosch)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
23239 |
predikant |
predikant (<lat.):
predikant (L432a Koningsbosch)
|
De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23611 |
preek |
preek:
prèèk (L432a Koningsbosch)
|
De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23382 |
preekstoel |
preekstoel:
prēͅksjtōl (L432a Koningsbosch)
|
De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23612 |
preken |
preken:
prèèke (L432a Koningsbosch)
|
Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23326 |
priester |
priester:
preester (L432a Koningsbosch)
|
Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24040 |
priester gewijd worden |
priester gewijd worden:
preester gewied wäre (L432a Koningsbosch)
|
Priester gewijd worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24044 |
priesterfeest |
priesterfeest:
preesterfäst (L432a Koningsbosch)
|
Een priesterfeest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23414 |
priesterkoor |
koor:
koeer (L432a Koningsbosch)
|
Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|