e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koningslust

Overzicht

Gevonden: 77

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiekendief kiekendief: kikədif (Koningslust) kiekendieven (± 47 langere staart en smallere vleugels dan buizerd [086]; slome kringetjesdraaiers; steeds laag boven grond; nest op de grond; bruine en grijze soorten; sommige in rietland of moeras, andere op de hei; ook wel eens op de trek [N 09 (1961)] III-4-1
kievit kievit: kivit (Koningslust) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
klapekster schratelegerst: šrātəlēͅgərst (Koningslust) klapekster (24 lijkt wel op de ekster [073] maar heeft meer grijs, is kleiner; erg zeldzaam, nu alleen nog op sommige heivelden; hele jaar hier; broedt in doornstruiken; prikt gevangen diertjes op iets scherps vast [N 09 (1961)] III-4-1
kneu heikneuter: heͅi̯knø̄tər (Koningslust) kneu (13,5 wit in vleugel en staart; wilde man heeft in zomer rood voorhoofd en borst; hele jaar hier; veel op trek; broedt in veld en hei; roep [tut-tut-tut]; leuke zang; geliefde kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
knobbelzwaan zwaan: zwān (Koningslust) zwaan: knobbelzwaan (152 dezelfde als de tamme zwaan [N 09 (1961)] III-4-1
koekoek koekoek: kukuk (Koningslust), sperwer: (in de winterdagen)  špɛrwər (Koningslust) koekoek (39 zomervogel; roep [koe-koek] [N 09 (1961)] III-4-1
kokmeeuw meeuw: mieͅu̯ (Koningslust) kokmeeuw (38 zeer bekend; witte vogel met s zomers bruinzwarte kop; in grote troepen op en rond allerlei water; in de stad ook daarvandaan; schreeuwerige vogel; vooral in de grote broedkolonies; aan Schelde en Maas komen nog meer, meest grotere soorten [N 09 (1961)] III-4-1
koolmees, mees bijenpikje: beͅi̯əpek(skə) (Koningslust) koolmees (14 flinkste en bekendste der boombuitelaars; gele zijkanten; broedt in allerlei gaten, ook bij huizen; roep vaak [tie-ta] of [tie-tie-ta] [N 09 (1961)] III-4-1
korhoen kor: koͅr (Koningslust) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
kraanvogel kroenekraan: krū(ə)nəkrān (Koningslust) kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1