e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stier duur: dȳr (Koninksem), dȳǝr (Koninksem) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfkop koppige duivel: ook materiaal znd 28, 31  kəppige duvel (Koninksem), koppige, een -: ook materiaal znd 28, 31  kuəppige (Koninksem) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  stɛsəl (Koninksem) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels stijgbeugelen: st.ibyø.gǝl (Koninksem) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stilstaan hou: hǫu̯ (Koninksem) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinkende gouwe kattenkazenkruid: kattekeezekraàd (Koninksem), wrattenkruid: wrattekraut (Koninksem) schelkruid [ZND 06 (1924)] III-4-3
stoel stoel: stūl (Koninksem) stoel [ZND 07 (1924)] III-2-1
stoep zul: zyəl (Koninksem) stoep [ZND 07 (1924)] III-3-1
stoep, trottoir zul: zyəl (Koninksem) stoep [ZND 07 (1924)] III-2-1
stof stub: styəp (Koninksem) stof [ZND 07 (1924)] III-2-1