17898 |
trekken |
trekken:
treͅkka (Q167p Koninksem)
|
wij trekken [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
19362 |
treuzelaar |
treuzel:
woa enə trøsøl (Q167p Koninksem)
|
Wat een treuzelaar! [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
18934 |
treuzelen |
semmelen:
hēͅ[a} zit du[a} t⁄seͅmməla (Q167p Koninksem),
tuttelen:
tuttelen (Q167p Koninksem)
|
Hij zit daar te sammelen (dralen, langzaam en aarzelend praten of handelen). [ZND 06 (1924)] || wat zegt ge van iem. die zeer langzaam werkt ? Hij zit daar te ... (sammelen, teuten, nisselen, enz.) [ZND 42 (1943)]
III-1-4
|
22393 |
troef |
troef:
troef (Q167p Koninksem),
trōēf (Q167p Koninksem)
|
Troef: Harten is troef (kaartspel). [ZND 42 (1943)] || Troef: Harten is troef. [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
34198 |
trommelzucht |
opgelopen (volt. deelw.):
ǫpgǝlau̯pǝ (Q167p Koninksem)
|
Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.]
I-11
|
34289 |
tuieren |
paggen:
paggen (Q167p Koninksem)
|
Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.]
I-11
|
34293 |
tuierpaal |
pag:
pax (Q167p Koninksem)
|
De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71]
I-11
|
19772 |
tuin |
hof:
hueͅf (Q167p Koninksem),
huəf (Q167p Koninksem)
|
hof [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
keͅlvər (Q167p Koninksem),
kervel:
kervel (Q167p Koninksem)
|
[Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)]
I-7
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede snede:
twēdǝ sni (Q167p Koninksem)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|