e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Koninksem

Overzicht

Gevonden: 1465

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezig zijn aan de gang zijn: zin aonegang (Koninksem) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bezoeken bezoeken: bezukke (Koninksem) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen bibbelen: heia bibbelt (Koninksem), bibberen: hije bibbert van de kaa (Koninksem) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] || hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
bidden beden: jia mooit bea (Koninksem) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): ve gooen os bichtə (Koninksem) We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: bia (Koninksem) bieden [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: bier (Koninksem), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bier (Koninksem), bīr (Koninksem) bier [ZND 06 (1924)], [ZND 27 (1938)] III-2-3
biestmelk vuile melk: vǫu̯l mɛ.lǝk (Koninksem) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenveld rapenveld: rǭpǝvęlt (Koninksem) Met bieten of rapen bezaaid stuk land. [L 41, 2; monogr.] I-5
biggen werpen baggelen: bɛgǝlǝ (Koninksem) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12