e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leeg, niets bevattend ijdel: ijl (Kortessem), uit (pint): mə gloəs is oət (Kortessem) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
leep, doortrapt leep: leep (Kortessem), liep (Kortessem) sluw III-1-4
leervlucht leervlucht: Opm. ik denk dat invuller hier "vluig"bedoelt, en niet "vluich"(dus dat de "g"over de "ch"is geschreven?!).  leer vluig (Kortessem) een duif op een kortere afstand laten vliegen dan voorheen? [N 93 (1983)] III-3-2
leeuw leeuw: leuif (Kortessem) Leeuw. III-3-2
leeuwenbek muiltje: -  melke (Kortessem) grote leeuwebek [ZND 40 (1942)] III-4-3
legnest nest: nęi̯.s (Kortessem) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
lei lei: ’n lei (Kortessem, ... ) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leiden leiden: lɛi̯ǝ (Kortessem) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
leien dak schaliën dak: sxoǭlǝ doǭk (Kortessem), šő̜̄lǝ dǭk (Kortessem) Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.] II-9
lek geworden verrateld: vǝrrātǝlt (Kortessem) Een lek in een vat of ton wordt meestal veroorzaakt door uitdroging van het hout waardoor de banden los gaan zitten en de duigen en bodemplanken niet meer tegen elkaar aan sluiten. [N E, 52] II-12