e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichttouw, lichtkoord koord: kōt (Kortessem) Het touw, de riem of de ketting waarmee de licht in werking wordt gesteld. Zie ook afb. 85. [N O, 23f; A 42A, 28; Vds 112; Jan 146; Coe 130; N D, 33 add.] II-3
lid van een vereniging lid: lid (Kortessem), lid van de chosseteit (Kortessem) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: lidsje (Kortessem), litsjə (Kortessem) liedje [RND] || Liedje. III-3-2
liegen liegen: liege (Kortessem), līgə (Kortessem) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: lii̯s (Kortessem) Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12
lieveheersbeestje lieveherebolletje: livənhērəbøͅləkə (Kortessem), lievevrouwepulletje: ləvroəpøləkə (Kortessem), onzelieveherepulletje: ook in ZND 16, 006  slivəherəpəlləkə (Kortessem) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [ZND 05 (1924)], [ZND B2 (1940sq)] III-4-2
liggen liggen: ligge (Kortessem), ligə (Kortessem, ... ) liggen [ZND 25 (1937)] III-1-2
ligger legger: lęgǝr (Kortessem) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijden lijden: lijë (Kortessem) lijden III-1-4
lijkbaar lijkbaar: lijkbaar (Kortessem, ... ), lijkbeøͅr (Kortessem), lijkbèr (Kortessem) lijkbaar || Lijkbaar. III-2-2, III-3-3