30687 |
puimsteen |
puimsteen:
pø̜jmstęjn (Q074p Kortessem)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
21479 |
punaise |
punaise (fr.):
penijs (Q074p Kortessem)
|
Duimspijker.
III-3-1
|
26425 |
punt |
kopje:
køpkǝ (Q074p Kortessem)
|
De punt in de gleuf van het staakijzer van watermolens bij het balanceerwerk. [Vds 139]
II-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tip (Q074p Kortessem)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
33623 |
putzwengel |
putstok:
pøtstoͅ.k (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
welboom:
welboum (Q074p Kortessem)
|
[ZND 32 (1939)] [ZND m]
I-7
|
18764 |
pyama |
pyjama {piama}:
pizjema (Q074p Kortessem)
|
pyjama
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
e roətsəl (Q074p Kortessem)
|
Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
venstǝr (Q074p Kortessem),
vī.nstǝr (Q074p Kortessem
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
raapsmout:
ropsmā.t (Q074p Kortessem)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
ôdig (Q074p Kortessem),
vreemd:
vrùmp (Q074p Kortessem)
|
eigenaardig, raar || vreemd
III-1-4
|