e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe bosbes moelver: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  mūlvər (Kortessem), mūləvərə (Kortessem) bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3
bleek bleek: bleͅjk (Kortessem), bleͅjk gezīch (Kortessem), hië es zoe bleik (Kortessem), hiə is zo bläk (Kortessem), hiə is zu bleͅjk (Kortessem), n bleik (Kortessem) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
blij blij: bléi (Kortessem) blij III-1-4
blijven wachten blijven: blijve (Kortessem), ps. omgespeld volgens Frings.  blɛ̄və (Kortessem) blijven [ZND 25 (1937)] III-4-4
blikaars `t kiendsje is fel gesmot aon ze poepke: `t kiendsje is fel gesmot aon ze poepke (Kortessem, ... ) blikaars [aambeien?] || blikaars [uitslag, zweren op het achterwerk] III-1-2
bliksem, bliksemflits weerlicht: wiərlicht (Kortessem, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bliksemen bliksemen: het bliksemt (Kortessem, ... ), ⁄t bliksəmt (Kortessem, ... ), vuur slaan: ⁄t vy(3)̄r slyg (Kortessem, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bloed roeren roeren: rø̄rǝ (Kortessem) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloeden bloeden: bluë (Kortessem), blyøjə (Kortessem) bloeden [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
bloedluis bloedluis: bloedleus (Kortessem) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)] III-3-2