17914 |
verbergen |
verbergen:
vərbeͅrgə (Q074p Kortessem),
versteken:
Verbergen"wordt volgens de informant niet gebruikt.
verstĕike (Q074p Kortessem),
vərstīkə (Q074p Kortessem)
|
verbergen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbeine (Q074p Kortessem)
|
verbinden
III-1-2
|
22884 |
verdediger |
back (eng.):
Djanke speelt bak bij de voetbal: in de voetbalploeg is Djanke verdediger of achterspeler.
bak (Q074p Kortessem)
|
Verdediger, achterspeler.
III-3-2
|
25362 |
verdoven |
afhouwen:
ǭfhāwǝ (Q074p Kortessem)
|
Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.]
II-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
chagrijn:
de minse hùbbe vuil sjagreing van hun misloupe douchter: de mensen hebben veel verdriet omdat hun dochter zich slecht gedraagt
sjagreing (Q074p Kortessem),
leed:
leid (Q074p Kortessem)
|
leed || verdriet
III-1-4
|
17936 |
verdwenen |
ribbedebie:
ribbedebie (Q074p Kortessem),
vort:
voet (Q074p Kortessem)
|
weg
III-1-2
|
22179 |
verenschurftmijt |
pluimenluis:
ploumeleus (Q074p Kortessem)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: verenschurftmijt: onderhuids, 1/3 mm, afbraak van veren; veroorzaakt de zogeheten ruiziekte. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfroemmele (Q074p Kortessem)
|
verfrommelen
III-1-2
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet-me-nietje (Q074p Kortessem)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)]
III-4-3
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergètêtig (Q074p Kortessem),
vergeetlozig:
vergètlouzig (Q074p Kortessem)
|
vergeetachtig
III-1-4
|