e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif met kleine kleurschakeringen tijger: tieger (Kortessem) Hoe noemt men een duif met kleine kleurschakeringen vooral in de vleugels (crayonné)? [N 93 (1983)] III-3-2
duif met één of meer witte pennen witpen: witpen (Kortessem) Hoe noemt men een duif met één of meer witte pennen (wittepen, witteslag)? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het eerste nest van het jaar vroege pieper: vruge pieper (Kortessem) Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het laatste nest van het jaar late pieper: leate pieper (Kortessem) Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het tweede nest van het jaar pieper tweede ronde: pieper twide ronde (Kortessem) Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif zeer donker met weinig kleurschakeringen zwarte, een -: zwatte (Kortessem) Hoe noemt men een duif zeer donker met weinig kleurschakeringen (zwart)? [N 93 (1983)] III-3-2
duig duig: duig (Kortessem), dȳx (Kortessem) Elk van de gebogen platte stukken hout waaruit de wand van een kuip, ton of vat is samengesteld. Zie ook afb. 207. Volgens een invuller uit Tegelen (L 270) gebruikte de kuiper uit die plaats de benaming staaf (štāf) om een rechte duig aan te duiden. Een gebogen duig werd een duig (dø̜jx) genoemd. In het algemene spraakgebruik was echter het woord druif (drūf) gangbaar. [N E, 10; monogr.] II-12
duiken duiken: Van obbe kant doök ter de kolk ein van Boembroekmeule al sjijnt da gevaorlek te zijn: hij dook in de kolk van de Bombroekmolen, hoewel dat gevaarlijk is.  duike (Kortessem) Duiken. III-3-2
duim duim: dôum (Kortessem) duim III-1-1
duiven inkorven inkorven: einkerve (Kortessem) Hoe heet het in de reismand stoppen van de duif in het duivelokaal? [N 93 (1983)] III-3-2