e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kortessem

Overzicht

Gevonden: 2675
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ent, stek greffel: greiffel (Kortessem) I-7
enten greffelen: greiffele (Kortessem), grei̯fələn (Kortessem), oculeren: okkelere (Kortessem) [RND 08] I-7
envelop envelop (<fr.): envelop (Kortessem), omveloppe (Kortessem) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die aanhalig is: de ziktə is oənhoələch (Kortessem), ziekte die rondgaat: dòu is wier `n zikde aon `t rondgóun (Kortessem) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || epidemie III-1-2
ergens buiten het hok blijven zitten op het dak blijven zitten: op ’t taak zitte bleve (Kortessem) Hoe zegt men: het blijven zitten ergens buiten het hok? [N 93 (1983)] III-3-2
ernstig serieus: serjuis (Kortessem) ernstig III-1-4
erwt, algemeen erwt: êrt (Kortessem), ɛ.rt (Kortessem) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
eten (ww.) eten: ĕjte (Kortessem), iətə (Kortessem, ... ), īē-itə (Kortessem) eten [RND], [ZND 25 (1937)] III-2-3
etter materie: məterə (Kortessem) etter (van een wonde) [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
evenaar, tweespanszwenghout warsschei: jā.sšęi̯ (Kortessem) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2