e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwsgierig kijken gapen: ga:pə (Kuringen), letten: lɛtə (Kuringen) Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)] III-1-1
niezen niesten: nieste (Kuringen) niezen [ZND 05 (1924)] III-1-2
nijdnagel nijwortel: nywottels (Kuringen), oorwortel: ōrwoͅtəl (Kuringen), weerwortel: wēͅərwoͅtəl (Kuringen) Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)] || ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)] III-1-2
niks waard niks waard: das niks wjaat (Kuringen) Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] III-3-1
nok vorst: vos (Kuringen) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Kuringen, ... ), strooizak: strōizak (Kuringen) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
noten klispen: klespǝ (Kuringen) Tapse houten of ijzeren blokjes in de (zeskantige) steenbus van de ligger die met behulp van spieën worden bijgespied. Zie ook afb. 78. De noten (nø̄tǝ) werden volgens de invuller uit l 265 alleen gebruikt in een ijzeren bus voor het bijstellen daarvan. [Vds 120; Jan 131; N O, 16e; N O, 16f; A 42A, 23 add.] II-3
noten afslaan noten afslaan: neeten aafslaon (Kuringen) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
o.l.v.-hemelvaart onze-lieve-vrouw-halfoogst: sləvrō hālf ust (Kuringen) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-2
ochtend (vanmorgen ochtend: dize merge (Kuringen) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4