e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snede van het blad van de zeis snede: snē. (Kuringen) De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.] I-3
snee brood snede brood: snij broet (Kuringen) een snede brood [ZND 06 (1924)] III-2-3
sneeuwen sneeuwen: snoə (Kuringen, ... ) sneeuwen [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: snow (Kuringen, ... ), snòw (Kuringen) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneltrein direct (<lat.): ⁄n direct (Kuringen), expres (<fr.): nen expres (Kuringen), ⁄n expres (Kuringen), rapide (fr.), een ~: ne rapide (Kuringen) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snijwonde snee: sne (Kuringen), snij in ne vinger (Kuringen) snede (insnijding) in de vinger [ZND 06 (1924)] || Snijwond: door snijden veroorzaakte wond (snee, krab, krets, vats, sleuf, kreeuw, vil, slip). [N 107 (2001)] III-1-2
snottebel snotbel: snotbɛl (Kuringen) Snottebel (snotkoek, koetneus). [N 109 (2001)] III-1-2
snuit snuit: lang snòt (Kuringen, ... ), sno:wət (Kuringen), snǭǝ.t (Kuringen) een lange neus [ZND 39 (1942)] || Spotbenamingen voor de neus [N 109 (2001)] || Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
soepvlees ribbetjes: røbəkəs (Kuringen) gebraden varkensrib (karbonade) [ZND 49 (1958)] III-2-3
soldaat soldaat: suldo:ət (Kuringen) soldaat [RND] III-3-1