18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich ben verkaat (P057p Kuringen, ...
P057p Kuringen),
verkoud:
ich bèn verkaad (P057p Kuringen)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ich heb n klets gepakt (P057p Kuringen),
kou:
dje zilt ne kaa pakke (P057p Kuringen),
ich heb ene kaa op m`n bos (P057p Kuringen),
ich hèf ne ka op m`n borst (P057p Kuringen)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
verliezen (P057p Kuringen)
|
wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
25098 |
vernielen |
verdestrueren:
verdestrueere (P057p Kuringen)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
20644 |
verschalen |
verschalen:
verschole (P057p Kuringen)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
versle.te (P057p Kuringen),
verslete (P057p Kuringen)
|
Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
29941 |
verstekhaak |
haak van vijfenveertig graden:
hōk ˲van vęjf˱ǝnvjǫtex ˲grōdǝ (P057p Kuringen)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.]
II-9
|
26346 |
versterkte zijwand, dijk |
zijwand:
zęjwānt (P057p Kuringen)
|
Dijk vōōr de sluizen, meestal aan die kant van de beek waar de bewoners van de molen het meest komen. De dijk bestaat uit planken die tegen rechtstaande spijlen bevestigd zijn of is een versteviging uit aarde of beton en loopt gewoonlijk vier of vijf meter verder stroomopwaarts dan de vloer. Zie ook afb. 67. [Vds 31; Jan 29; Grof 35]
II-3
|
22349 |
verstoppertje spelen |
lonkertje spelen:
loenkerke (P057p Kuringen),
muisjepiep spelen:
muskəpiep spéle (P057p Kuringen)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstoəkt (P057p Kuringen)
|
ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|