e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

Gevonden: 2406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweet laten: zwiet gelote (Kuringen), zweten: gezwiet (Kuringen) wij hebben daar gezweet [ZND 08 (1925)] III-1-2
zwezerik zoetjes: kallefzutjes met kosselkes  zutjes (Kuringen) kalfzwezerikken [ZND 08 (1925)] III-2-3
zwijgen zwijgen: ich zal mer zwijgə (Kuringen) Ik zal maar zwijgen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
zwoegen hard werken: ich heb haat motte werreke (Kuringen), wroeten: motte vriete (Kuringen), zijn pere gezien hebben: Cf. WBD 1.4.: idem  ich heb vandaag mənne pérə gezien (Kuringen) Ik heb moeten zwoegen. [ZND 08 (1925)] III-1-4
zwoord zwaard: zwaas (Kuringen), zwās (Kuringen) zwoerd [Goossens 1b (1960)] || zwoerd (harde rand van een snede spek) [ZND 08 (1925)] III-2-3
één frank frank: den entree es ne frang (Kuringen) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1