e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kuringen

Overzicht

Gevonden: 2406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feest feest: feest (Kuringen), fies (Kuringen), fiest (Kuringen) Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sinte-maarten: sinte matte (Kuringen) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
fiets velo: ne villoo (Kuringen), vélo (Kuringen), vəlo (Kuringen), eerste lettergreep beklemtoond  de vélo (Kuringen), vrouwelijk  velo (Kuringen) Fiets. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fijt fijt: fait (Kuringen), fijt (Kuringen), fèit (Kuringen) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
flambouw flambouw (<fr.): een flambow (Kuringen), flambeme (Kuringen), lantaarn (<fr.): lantjaan (Kuringen) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flank zijde: zęi̯ (Kuringen) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9
flauw flauw: flauwe smaak (Kuringen), weps: webs (Kuringen) meeps (flauw van smaak) [ZND 31 (1939)] III-2-3
flikflooien flikflooien: ook materiaal znd 23, 55  flikkeflooje (Kuringen) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: Gewoonlijk wordt het mv gebruikt  fluimə (Kuringen) fluim [ZND 23 (1937)] III-1-2
fluimen uitspuwen tuffen: tyfə (Kuringen) Fluimen uitspuwen (tuffen, kwalsteren, klarken, kaatsjen). [N 109 (2001)] III-1-2