e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onstuimige lucht jagende lucht: joͅgɛndə (Kwaadmechelen), zware lucht: zwàrluxt (Kwaadmechelen) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt morgendeten: meͅrgəntēʔə (Kwaadmechelen), morgendkost: meregedkost (Kwaadmechelen), mergendkost (Kwaadmechelen), mergetkost (Kwaadmechelen) de eerste maaltijd van de dag [ZND 40 (1942)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: pe.pərkuk (Kwaadmechelen), peperkoek (Kwaadmechelen, ... ) peperkoek [N 29 (1967)], [ZND 40 (1942)] III-2-3
onvast ter been (zijn) kwanselachtig: kwansəleͅxtəx (Kwaadmechelen) lopen: onvast ter been [sporrig] [N 10 (1961)] III-1-2
onvolgroeide vrucht vernebbelde, een -: IPA, omgesp.  nə [vərnɛbəldə* (Kwaadmechelen) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] I-7
onvruchtbare geit kween: kwē̜ǝn (Kwaadmechelen), steenbok: stęnbuk (Kwaadmechelen) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12
onvruchtbare grond magere grond: mǭgǝrǝ gront (Kwaadmechelen) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onvruchtbare koe kween: kwēǝn (Kwaadmechelen) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui vlaag: grellige vlaog.  vloͅx (Kwaadmechelen) onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx onweer: onweer (Kwaadmechelen) onweer [N 22 (1963)] III-4-4