e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petroleum ptrole (fr.): pətroͅl (Kwaadmechelen) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
petroleumlamp lampe belge: lambels (Kwaadmechelen), pètrole-lamp: petrollamp  pətroͅllāmp (Kwaadmechelen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul peul: peul (Kwaadmechelen) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) hauw: hāvə (Kwaadmechelen), peul: peul (Kwaadmechelen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: peulen (Kwaadmechelen), polen (Kwaadmechelen), pōlə (Kwaadmechelen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten sluimerwten: slōͅmeͅtə (Kwaadmechelen), IPA, omgesp.  slɛmɛt* (Kwaadmechelen) [Goossens 1b (1960)]De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)] I-7
peuzelen peuzelen: pø̄zələ (Kwaadmechelen) peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)] III-2-3
piekeren prakkiseren: hij zaot dao altij te pra-ezeiren (Kwaadmechelen), hij zoot dao altij te pra-eze-eren (Kwaadmechelen) hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)] III-1-4
piepen sjielpen: šelpǝ (Kwaadmechelen), sjierpen: IPA, omgesp.  ∂[širpə (Kwaadmechelen) een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)] || Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12, III-4-1
pijn pijn: pɛ.n (Kwaadmechelen) pijn [RND] III-1-2