e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tjiftjaf ovenmetsertje: doorgaans Frings, soms eigen spelling  ovərmeͅtsərʔjə (Kwaadmechelen) tjiftjaf (11 overal waar een gesloten bladerdak is; zang herhaald [tjip-tjep] [N 09 (1961)] III-4-1
tocht, zuiging van lucht trek: treͅk (Kwaadmechelen) tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)] III-4-4
tochtig lopig: lyǝpǝx (Kwaadmechelen), rits: rets (Kwaadmechelen, ... ), ritsig: retsex (Kwaadmechelen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toegang tot akker hoofdgat: høtgat (Kwaadmechelen) [N 11, 8] I-8
toegangsprijs entree (<fr.): den antré is ne frank (Kwaadmechelen) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1
toegangsweg naar het erf spoor: spǭǝr (Kwaadmechelen) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toekruid, algemeen kruid: IPA, omgesp.  krøͅt* (Kwaadmechelen) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toilet gemak: gəmak (Kwaadmechelen), huisje: høskə (Kwaadmechelen) wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tomaat tomaat: tomat (Kwaadmechelen), tomatə (Kwaadmechelen) [ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
tondel verbrandsvodden: vərbrāntsvoͅdə (Kwaadmechelen) ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1