e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verhitten opwarmen: upweͅrəmə (Kwaadmechelen) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verhuizen verhuizen: vərhø͂ͅzə (Kwaadmechelen) Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] III-2-1
verjaardag verjaardag: vərjardag (Kwaadmechelen) Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] III-3-2
verkleumd paars: hij zag pēͅəs van nə kāf (Kwaadmechelen), versteven: versteven (Kwaadmechelen) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden verkoud: ik zè verkuit (Kwaadmechelen), vervangen: vǝrvaŋǝ (Kwaadmechelen) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] I-9, III-1-2
verkoudheid kou: ge gâât n kaaf pakken (Kwaadmechelen) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] III-1-2
verschaald flauw: flāu̯ (Kwaadmechelen) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
versierde schouderdoek voile (fr.): vuəl (Kwaadmechelen, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
versleten versleten: versleten (Kwaadmechelen) verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
verspreid gras sprei: sprāi̯ (Kwaadmechelen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3