e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kwaadmechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke eend eend: ęn (Kwaadmechelen) [L 1a-m; JG 1a, 1b; S 18; A 6, add.] I-12
vrouwelijke gans gans: gans (Kwaadmechelen) [A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.] I-12
vrouwelijke geit germ: gęrǝm (Kwaadmechelen) [N 77, 82; N 77, 79; JG 1a, 1b; N 19, L 322 add.; monogr.] I-12
vrouwelijke hond, teef moederhond: mojərhont (Kwaadmechelen, ... ), moedertje: moiərkən (Kwaadmechelen, ... ) teef [Goossens 1b (1960)] || teef, vrouw. hond [Goossens 1b (1960)] III-2-1
vrouwelijke kat kattin: ka’ten (Kwaadmechelen), IPA  katin (Kwaadmechelen), moederkattin: moiərka’ten (Kwaadmechelen) Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)] || moerkat, vrouwelijke kat [Goossens 1b (1960)] III-2-1
vrouwelijke kip hen: hen (Kwaadmechelen), kieken: kiʔǝ (Kwaadmechelen) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkleren vrouwluikleedsel: vrälikleͅtsəl (Kwaadmechelen) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vralihøm (Kwaadmechelen) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vrucht van de taxus taxusbes: IPA, omgesp.  taksəsbes (Kwaadmechelen) De vruchten van de taxus (snotpieke, snotbellen, snotbees). [N 82 (1981)] III-4-3
vrucht zetten spenen: IPA, omgesp.  spenə (Kwaadmechelen) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3