e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=L 289

Overzicht

Gevonden: 5

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bundel groenten busseltje: ± WLD  bösselke (L 289) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
leeg, gezegd van een noot voos: ± WLD  vous (L 289) leeg, gezegd van een noot waar niets in zit (leeg, doof, loos). [N 82 (1981)] III-2-3
noten afslaan slaan: ± WLD  sloan (L 289) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten verschrompelen: ± WLD  verschrumpele (L 289) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
wormstekig daar zit de worm in: ± WLD  d’r zitj de worrem in (L 289), wormstekig: ± WLD  worremstaekig (L 289) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] III-2-3