e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurgat gemetselde rand: gemetselde rand (Laak) De bovenste ronde opening van de vuurhaard waar de ketel op stond. [N 57, 8d] II-2
vuurhaard rooster: rooster (Laak) Het gedeelte van de stookplaats waar het vuur brandt. [N 57, 8b] II-2
waaienx waaien: het wèjde (Laak), wê-je (Laak) het waaide [SGV (1914)] || waaien [SGV (1914)] III-4-4
waarschuwen waarschuwen: waarschuwe (Laak, ... ) waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1
wafel wafel: wâofel (Laak), wâofele (Laak) wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3
wak in het ijs ballewits: ballewits (Laak) wak (in het ijs) [SGV (1914)] III-4-4
wan wan: wan (Laak) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4
warm weerx warm (weer): werm (Laak) warm [SGV (1914)] III-4-4
was was: wasch (Laak) wasch [SGV (1914)] III-2-1
waterput put: pøͅt (Laak), waterput: wātərpøͅt (Laak) [Roukens 03 (1937)] [SGV (1914)] I-7