e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wreef wreef: wreef (Laak) wreef [SGV (1914)] III-1-1
wroeten wroetelen: vreutele (Laak), vrø̄tǝlǝ (Laak) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
zaag zeeg: zē̜x (Laak) Snijwerktuig, dat bestaat uit een platte strook staal die aan één zijde van tanden voorzien is. De strook is bevestigd in een handvat of in een spanraam. Zie ook de lemmata ɛhandzaagɛ en ɛspanzaagɛ.' [S 45; L 8, 101; N 53, 1a; monogr.] II-12
zaaien zaaien: zē̜i̯ǝ (Laak) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4
zakdoek maalplag: maalplak (Laak) neusdoek [SGV (1914)] III-1-3
zalig zalig: zalig (Laak) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zanjtj (Laak) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zanglijster, lijster lijster: liester (Laak) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: zanike (Laak), zeuren: zeure (Laak) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zeef zeef: zeef (Laak) zeef [SGV (1914)] III-2-1