e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Laak

Overzicht

Gevonden: 1208
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus neus: naas (Laak) neus [SGV (1914)] III-1-1
nieuwe maan donkere maan: donkere maon (Laak) maan [donkere ~] [SGV (1914)] III-4-4
nieuws nieuws: nuuts (Laak) nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: nuscherig (Laak) nieuwsgierig [SGV (1914)] III-1-4
niezen niesten: neiste (Laak) niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
niks waard niks waard: dèt is niks wèrd (Laak) waard (dat is niets ~) [SGV (1914)] III-3-1
nok vorst: vēs (Laak) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
nors frech (du.): vrek (Laak) norsch (barsch) [SGV (1914)] III-3-1
oever oever: over (Laak) oever [SGV (1914)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Laak), noot (Laak) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] I-7